De geschiedenis van Latem/Deurle/Brakel

Fusie van St-Martens Latem met…?

Kom nou…met alle Chinezen maar niet met den dezen… (herken je de actoren van 1975?)…Eventjes terugblikken
Het gehucht Brakel, nochtans ooit een sterk verbonden gemeenschap met een eigen identiteit kreeg nooit de kans te fuseren: het werd nooit een parochie, laat staan een zelfstandige gemeente…Brakel werd reeds in de vroege 19 de eeuw toegevoegd aan de gemeente Sint-Martens-Latem…
En de gemeente Deurle? Piepklein, maar ze bleef vechten voor een eigen bestaan tot in 1975…en werd enigszins met tegenzin gevoegd bij grotere broer Latem. Want Deurle keek liever zuidwaarts naar Astene, Leerne…
En Latem dan? Ook zij haalden in 1975 de neus op voor een fusie. Ze keken liever noordwaarts naar Afsnee, Sint-Denijs-Westrem, Baarle…Er kwam zelfs een referendum én betoging tegen een …(zie foto met burgemeester Van den Abeele op kop) En in 1976 was het zover: Brakel, Deurle en Latem werden één gemeente, alhoewel de wederzijdse afstandelijkheid onderhuids bleef bestaan…vooral dan bij de vroegere generaties…maar vrij snel kwam een nieuwe mentaliteit/identiteit tot stand. Maar is deze een waarborg voor de toekomst?

 

 

De geschiedenis van Latem/Deurle/Brakel : een burgemeester aan het werk.


Een beeld van de toenmalige burgemeester Remi Verhaegen die ‘auole’ (beer, gier, zeeke…) uitvoerde, leert ons veel over de evolutie van de socio-economische structuur van ons
dorp. Tot midden van vorige eeuw waren Latem en Deurle uitgesproken boerengemeentes’. Het merendeel van de bevolking was actief in de landbouw. De gronden werden  hoofdzakelijk voor landbouw gebruikt. De verbonden socio-culturele verenigingen zoals de Boerenbond, de KVLV enz. waren succesvol. Zij hadden ook een groot gewicht in het  politieke leven. In de tweede helft van de 20ste eeuw veranderde dit zeer snel. In Latem wat vlugger dan in Deurle. Zowel het aantal landbouwers als hun cultuurgronden smolten als sneeuw voor de zon en de verenigingen mergelden uit. De socio-economische structuur wijzigde volledig, net zoals de functie van de gronden die voornamelijk residentieel werd.
Wat er rest van dit kenmerkend verleden? Het nostalgisch sentiment, verbeeld in de kunst van de ‘Latemse School…oeps... Groep’, en de vele landschappelijke en architecturale verwijzingen (strooien daken, fermettes, boomse dakpannen…). En hier en daar dialectwoorden… zoals auole … maar ook deze verdwijnen. Nochtans blijft nostalgie een van de belangrijkste onderliggende sturende krachten in de ruimtelijke ordening, zelfs in het residentiële Sint Martens Latem.


Foto: genomen door Paul Tack, en gepubliceerd door Albert-Fernand Haelemeersch in Latem&Deurle, p. 22.